Hoofdinhoud

Jolanda de Schiffart is Programmamanager Klimaatadaptatie en Biodivers Vergroenen in de gemeente. “Verduurzaming van de stad is ontzettend belangrijk”, zegt zij. “We hebben een grote woningbouwopgave. De komende jaren worden er 8.800 woningen bijgebouwd in Leiden. Tegelijkertijd moet de stad een stuk groener worden. Ook in de toekomst willen we dat Leiden een fijne stad is om in te wonen, te werken en te verblijven. Met de grote woningbouwopgave in onze stad is het belangrijk om klimaatadaptatie, biodiversiteit en energietransitie gelijk mee te nemen.”

 

Bouwen én verduurzamen

De eerste stappen voor vergroening worden onder andere gezet in vijf wijken waar de riolering aan vervanging toe is. Het is een adaptief proces, waarbij de opgedane kennis wordt gebruikt bij de volgende wijk. Met deze aanpak wordt de komende jaren in totaal 26 hectare klimaatadaptief gemaakt. Er komen ongeveer 300 bomen bij en 1.300 vierkante meter wijknatuur.

“We zetten in op mitigatie enerzijds - het terugdringen van CO2-uitstoot - en adaptatie anderzijds: hoe zorgen we ervoor dat we extreme weersomstandigheden beter kunnen opvangen?”, aldus De Schiffart. “Groen is een groot deel van de oplossing voor verschillende opgaven waar we voor staan. Dus in die wijken waar toch van gevel tot gevel de grond open moet, pakken we meteen alles aan. Dat is financieel ook efficiënt, omdat we het nu integraal doen in plaats van na elkaar.” De wijken worden meteen ook voorbereid op een aardgasvrije toekomst. “We reserveren in de ondergrond ruimte voor de toekomstige aanleg van een warmtenet. Zo voorkomen we dat we later leidingen moeten verleggen om ruimte te maken. Doel is om in de toekomstige wijken een eventueel warmtenet gelijktijdig aan te leggen.”

 

Parkeren versus groen

Door steeds een wijk in zijn geheel aan te pakken, kan op grotere schaal worden gedacht dan wanneer straat voor straat de riolering wordt vervangen. In de Gasthuiswijk wordt hierdoor veel extra water gerealiseerd. De bewoners hebben vanaf het begin meegedacht. De Schiffart: “Je ziet grote verschillen in hoe bewoners willen meedenken. In sommige wijken zijn bewoners geïnteresseerd in de achterliggende opgaven; zij denken mee en gaan mee tekenen. In andere wijken hoeven we juist niet aan te komen met een verhaal over biodiversiteit, daar hebben we het veel concreter over vergroenen en het mooier maken van de wijk. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden.”

Eén gemene deler is er wel: ‘parkeren versus groen’ is overal een discussiepunt. “In de Gasthuiswijk bijvoorbeeld wordt nu vooral aan de straat geparkeerd, maar daardoor kunnen hulpdiensten er niet goed genoeg door”, vertelt De Schiffart. “Daarom komen er parkeervakken. Het aantal plekken is straks nog steeds ruim voldoende, alleen moeten mensen misschien wel iets verder lopen. Dat levert natuurlijk discussie op, maar het is een complexe puzzel om de combinatie te maken van vergroenen, klimaatadaptief inrichten, locaties voor minicontainers, bereikbaarheid voor hulpdiensten en voldoende parkeerplaatsen.” In sommige wijken wordt daarom gekozen voor een gefaseerde aanpak, waarin - als in de toekomst blijkt dat de parkeerdruk lager wordt - ruimte is om parkeerplaatsen te vervangen door groen.”

 

Aantrekkelijk voor mens en dier

Op dit moment wordt gewerkt aan de Gasthuiswijk. Zowel ondergronds als bovengronds gaat de inrichting hier op de schop om de wijk leefbaar te maken en te houden. “Er komt een gescheiden rioolstelsel voor hemelwater- en vuilwaterriool, zodat de afvalwaterzuivering minder wordt belasten de kans op wateroverlast wordt verkleind”, aldus De Schiffart. “Ook gaan we het grondwaterniveau op een vast peil houden door een drainagesysteem aan te leggen en nieuw oppervlaktewater te realiseren.”

 

Gebakken bestratingsmaterialen worden zoveel mogelijk hergebruikt en alle bestratingsmaterialen van beton die uit de wijk komen, worden gerecycled. Meer bomen en een grotere diversiteit aan groen, komen de biodiversiteit ten goede. “We vervangen gazons met weinig natuurwaarde door slingerende watergangen met een grote lengte aan kleurrijke oevers”, aldus De Schiffart. “Deze krijgen een weelderige oeverbeplanting en met name voor amfibieën komt er veel extra leefruimte. Bij de wegprofielen houden we rekening met amfibievriendelijke inrichting, minimaal gebruik van opsluitbanden, kolken en goten. Maar ook voor vogels, vlinders, insecten en kleine zoogdieren zoals vleermuizen en egels, wordt de wijk aantrekkelijker als fourageergebied en als leefgebied. De waterpartijen krijgen een natuurlijke beplanting en zijn daarmee een aanvulling op stadsniveau als paaiplaats voor vissen. Langs één straat brengen we als proef vleermuisvriendelijke verlichting aan.”

 


Groene Cirkel Groene Gezonde Stad

Leiden is met haar vergroeningsprogramma onderdeel van de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad. De Schiffart vindt het een goede zaak om kennis te delen, zodat niet iedere gemeente het wiel zelf hoeft uit te vinden. “Een groot voordeel van de Groene Cirkels is de koppeling met het Rijk en de Provincie. Het is ideaal om korte lijntjes te hebben, omdat we ook de Provincie en het Rijk nodig hebben om de stad te kunnen vergroenen.”