Hoofdinhoud

Een bloemrijk netwerk voor bestuivers

De Groene Cirkel Bijenlandschap ontstond in 2015. Inmiddels werken vele tientallen wetenschappers, overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties, agrariërs en burgers samen aan een bloemrijk netwerk van groenstroken, tuinen, terreinen, weilanden en akkerranden voor bestuivers. “Een bijenlandschap is niet alleen goed voor de bijen, het zorgt ook voor bestuiving van onze voedselgewassen en voor een ecologische basiskwaliteit in een gebied”, vertelt Hannie. “Door meer en diverse bloeiende planten vinden meer insecten voedsel. Deze insecten zijn weer voeding voor de vogels en andere kleine dieren, die hierdoor ook weer beter kunnen overleven. Het landschap wordt hierdoor levendiger en kleurrijker. Dat is goed voor de biodiversiteit, maar het gebied wordt er ook fijner door voor bewoners en recreanten.”

 

Trots op de samenwerking

Het eerste klinkende resultaat van de unieke samenwerking in de Groene Cirkel Bijenlandschap was er al na drie jaar: het aantal bijensoorten in de regio Leiden nam met maar liefst 34 procent toe. “Daardoor zagen mensen dat het niet alleen leuk is om met bijenlandschappen bezig te zijn, maar dat het ook helpt”, vertelt Hannie. “Ik ben heel trots op de verankering die het in de loop der tijd heeft gekregen. Zoveel mensen hebben het in hun eigen gemeente, organisatie of buurt verder gebracht. Als programmamanager breng ik met mijn collega’s partijen samen, maar het zijn al die partijen die uiteindelijk het echte werk doen.”

 

En dat werk is hard nodig, want het gaat niet goed met de bij en andere bestuivende insecten. Terwijl we ze zo hard nodig hebben: tachtig procent van onze eetbare gewassen en wilde planten is van bestuiving afhankelijk. Het is die urgentie die Hannie al die jaren dreef om zich in te zetten voor de bij. “Met de Groene Cirkel Bijenlandschap kunnen we iets doen wat binnen onze macht ligt. Het meeste is te groot, maar dit ligt binnen ons bereik. Het is positief, de boodschap is goed en duidelijk en de bij is een prachtige metafoor voor het grote geheel. Iedereen begrijpt dat de bij belangrijk is.”

 

Niet moeten, maar willen samenwerken

Hannie kijkt met veel plezier terug op de afgelopen acht jaar, waarin ze samen met heel veel anderen de Groene Cirkel Bijenlandschap mocht opbouwen. Op een unieke manier, volgens de Groene Cirkels-methodiek. “Het mooie daaraan vind ik de manier van samenwerken. Ook na acht jaar is het nog steeds een netwerk waar energie in zit. Dat komt onder andere doordat het uit mensen bestaat die niet moeten, maar willen samenwerken. Hoe leuk is het om in je eigen omgeving iets concreets te doen om de biodiversiteit te verbeteren, samen met heel veel partijen die net zo gepassioneerd zijn als jij!”

 

Ze laat nu los, maar blijft met de Groene Cirkel meedromen. Hannie: “We zijn ver, maar nog niet ver genoeg. In de stad, aan de stadsranden en in de natuurgebieden hebben we al hele grote stappen gezet, maar in het buitengebied is het lastiger. Veenweidegebieden zijn moeilijk om te ‘verbloemen’. Maar daar wordt aan gewerkt, we beginnen nu met bloemrijke oevers en akkerranden. Ik hoop dat we het op die manier verder kunnen brengen. Daar had ik best nog een bijdrage aan willen leveren, want de Groene Cirkel Bijenlandschap heeft me altijd veel energie gegeven. Het enthousiasme van iedereen die meedoet, het samenwerken met al die verschillende partijen. Ik wens mijn opvolger en iedereen die betrokken is bij de Groene Cirkel Bijenlandschap toe dat het een positief en inspirerend netwerk blijft. Hoe mooi zou het zijn als we over een paar jaar in heel Zuid-Holland één groot bijenlandschap hebben.”